Ik heb altijd de angst gehad om ouder te worden. Als kind had ik al een onheilspellend gevoel in mijn buik als ik dacht aan 'als ik later groot ben'. Daar wilde ik niets van weten. Ik zag de toekomst als een grote donkere wolk aan de horizon. Die wolk kwam steeds dichterbij en het leek alsof ik de enige was die zich druk maakte om de ongenadig harde regenbui die het met zich mee zou brengen. Ik wilde niet nat worden. Ik wilde in de zon blijven. In mijn comfortabele hangmat zonder zorgen. 'Als ik later groot ben' was een plek voor volwassenen. Voor verantwoordelijkheden, verplichtingen, regels en procedures. Ik was altijd bang dat ik hier in zou falen. Ik was bang om nat te worden.
Het vervelende aan ouder worden is dat je het niet kan tegenhouden. Wat je ook probeert; vroeg of laat word je nat. De eerste voorzichtige regendruppels vielen op mijn jas toen ik als 12-jarige jongen voor het eerst naar de middelbare school ging. Ik vond het heel spannend en ik dacht dat het volwassen leven nu echt begonnen was. Onzin natuurlijk. Een paar jaar later besef je opeens dat je als brugpieper echt nog maar een kind bent. Precies hetzelfde gebeurde toen ik ging studeren en toen ik mijn eerste bijbaantje had. Het viel allemaal best wel mee. Bovendien, een korte regenbui op zijn tijd werkte best verfrissend. Toch bleef ik altijd bang dat ik mijn paraplu zou vergeten. Ik deed lang over mijn studie, waardoor ik ook langer thuis bleef wonen. Uitstelgedrag in de volle zon.
De knop moest om. Dat gebeurde toen ik eindelijk was afgestudeerd. Ik kwam toen in een soort stroomversnelling terecht. Ik had mijn diploma behaald, ging op mijzelf wonen en durfde ook in mijn eentje op vakantie te gaan. Allemaal hele volwassen dingen. Ineens stond ik te dansen in de regen. Ik had mijn plekje voor' later als ik groot ben' gevonden. Ik leerde dat volwassen zijn helemaal niet eng hoeft te zijn. Zolang je maar trouw bent aan wie je bent. Het is belangrijk om het kind in jezelf niet te verliezen. Daarom liet ik een tatoeage op mijn bovenarm zetten van Peter Pan. Die herinnert mij er iedere dag aan dat het leven ook leuk mag zijn. Zelfs als je volwassen bent. Don't grow up, it's a trap. Volwassen zijn komt met veel verplichtingen, maar ook met veel vrijheid. Als ik bijvoorbeeld eerst mijn toetje wil eten en daarna pas mijn maaltijd, is er niemand die me tegenhoudt. Ik kon daar als 12-jarige alleen maar van dromen.
Ik ben nu 36 jaar oud. Eigenlijk nog best jong. Ik heb vrede met mijn leeftijd. Het is maar een getal. Ik ben trots de persoon die ik ben geworden en ik zou niet meer terug willen naar toen ik 16 of 26 was. Ik heb een goed leven met een lieve vriend, een kattenkind en familie en vrienden om mij heen. So far, so good. Toch is de angst nog niet helemaal weg. Soms komt het terug. Vooral bij de grote gebeurtenissen in het leven. Op werk, bij het zoeken naar een koopwoning of bij andere dingen waar grote mensen zich mee bezig houden. Het voelt dan alsof ik een rol speel. Ik heb nooit begrepen waar het precies vandaan komt. Misschien is het de angst voor het onbekende. Of de angst voor verandering. Ik probeer mij er niet door tegen te laten houden. Soms gaat dat goed en soms trap ik blindelings in mijn eigen valkuil. Op dat soort momenten ben ik kletsnat.
Soms hoor ik mensen met veel weemoed praten over vroeger. Over de mooie dingen die zijn geweest en de dingen die nooit meer terugkomen. Alsof al het mooie al voorbij is. Sommige van deze mensen leven in het verleden. Die beleven deze herinneringen telkens opnieuw, maar vergeten nieuwe herinneringen te maken. Dan heb je een bijrol in je eigen leven. Ook dat beangstigt me. Ik blik graag terug op mooie momenten, maar ik wil daar niet in blijven hangen. Mijn manier om met het volwassen leven om te gaan, is door te proberen er wat van te maken. Door zelf de slingers op te hangen. Dat gaat nu makkelijker dan toen ik jonger was. Wijsheid komt tenslotte met de jaren. Als kind kon ik mij niet voorstellen hoe het was om ouder te worden. Nu fantaseer ik daar wel eens over. Ik word 104. De laatste jaren van mijn leven ga ik alleen maar op de veranda van mijn huisje zitten. In de zon ergens in een warm land. Boeken lezen en wijntjes drinken. Tot die tijd laat ik mij af en toe flink nat regenen. Ik blijk toch niet van suiker te zijn gemaakt.
Comments